Stil Verleden op het Rijnlands Lyceum in Wassenaar

Ruim 100 leerlingen komen aangelopen naar de aula op de ochtend van dinsdag 28 april 2015. Bij de ingang geef ik iedere leerling een hand en maak ik op die manier persoonlijk kennis met ze. Wat een prachtige namen, aparte namen, die onthoud ik en zo begin ik mijn verhaal met mijn eigen naam Karg, de naam gegeven door mijn over-overgrootvader, afkomstig uit Duitsland, Regensburg. Door de afkomst van de naamgeving is meteen de link naar slavernij gemaakt.

Ik vraag Victor, een leerling of hij mee wil doen als voorbeeld. En dat doet hij voor al zijn medeleerlingen. Als tot slaaf gemaakt, werd je naam je afgepakt en kreeg je de naam van je plantage-eigenaar. En om het weglopen tegen te gaan kreeg je hand of voetboeien, zo liet een andere leerling dat zien. Suiker als inzet voor een plantage- economie, wordt duidelijker als de leerlingen voor de pauze een stukje suikerriet proeven, wat in een plastic bakje klaar ligt. Na de pauze is het bakje leeg en beginnen we met het tweede deel dat over Amerika gaat en de afschaffing van de slavernij.

In het zuiden van de Verenigde Staten van Amerika waren katoenplantages heel belangrijk. Geplukte katoen ligt in een kalebas om gevoeld te worden. Er waren veel, heel veel slaven nodig voor de productie van katoen. Maar katoenplantages waren destijds zeer lucratief, het was big business. De tegenstellingen tussen Noord en Zuid komen aan de orde, de slavernij mede als inzet van de Amerikaanse Burgeroorlog. In de vorige eeuw ontstaan de burgerrechtenbewegingen en helaas tot op de dag van vandaag gaat het nog steeds niet goed tussen blank en zwart.

De leerlingen bedanken na afloop van de interessante les. Zelfs leerlingen die zo de aula waren uitgelopen, kwamen terug om te bedanken. Het was een goede ochtend, met dank aan de stagiair geschiedenis die uiteindelijk de planning op de school voor elkaar kreeg.